Jan wordt op een morgen wakker met een enorme kater, hij kan
nauwelijks zijn ogen open krijgen.Het eerste wat hij ziet is een glas
met water naast zijn bed en enkele aspirientjes.Hij slikt die in, en ziet
dan al zijn kleren netjes over de stoel hangen, propertjes geperst.
De rest van de kamer is ook heel netjes.Hij gaat naar beneden,
waar een briefje ligt van zijn vrouw: Schatje, ontbijt staat klaar in de keuken.
ik ga boodschappen doen, ik hou van je.
Jan gaat naar de keuken, en vindt er zijn zoon aan de ontbijttafel.
En ja hoor: er staat een uitgebreid ontbijt klaar voor Jan, met de
krant erbij.
Jan vraagt aan zijn zoon: ´Wat is er gisteren eigenlijk gebeurd?´
Wel, pa´, is het antwoord, ´jij kwam om 3 u vannacht thuis,
stomdronken. Je brak zelfs wat meubels, hebt overgegeven in de hall,
en je hebt jezelf een blauw oog bezorgd toen je tegen de deur liep.´
´Oei´, denkt Jan.´Maar waarom is alles dan zo netjes, en waarom
heeft je moeder mijn ontbijt klaar gemaakt, was ze dan niet boos?´
´Ach, mama heeft je naar de slaapkamer gesleept, en ze wou je
uitkleden, maar toen ze aan je broek stond te sjorren om die uit te
trekken lulde je iets van 'laat mij met rust, ik ben getrouwd...´