Aannemer ontdekt 1.500 jaar oud grafcomplex onder verwoeste woning in Syrië

[LuxSat]

Aannemer ontdekt 1.500 jaar oud grafcomplex onder verwoeste woning in Syrië: “
Hopelijk helpt het om toerisme weer op gang te brengen”
Nu de oorlog in Syrië na veertien jaar voorbij is, trekken steeds meer inwoners terug naar hun woonplaats om oorlogspuin te ruimen. In Maraat Al-Numan zorgde dat voor een aannemer alvast voor een grote verrassing. Tijdens het ruimen van restanten van een woning ontdekte hij een ondergronds Byzantijns grafcomplex van maar liefst 1.500 jaar oud.


Bovengronds is Maraat Al-Numan een verwoeste stad in de provincie Idlib die erg heeft geleden onder de veertienjarige oorlog in het land. Ondergronds werd in een residentiële wijk vorige maand een eeuwenoud grafcomplex teruggevonden. Een aannemer vond tijdens het puinruimen een opening in de grond, waarna hij prompt de bevoegde autoriteiten verwittigde. Die zetten de site af om onderzoek te doen naar het ondergrondse complex.
Onderzoekers vonden er twee grafkamer terug, met elk zes graftombes. In de stenen wand was ook een kruisteken gekerfd. “De aanwezigheid van het kruis, het aardewerk en stukken glas die gevonden werden, wijst erop dat het een graftombe uit de Byzantijnse tijd is”, legt Hassen al-Ismail, directeur van het directoraat voor de oudheid in Idlib, uit aan persagentschap AP. Het grafcomplex maakt nu deel uit van de vele historische sites in de provincie. “Een derde van de monumenten in Syrië bevinden zich in Idlib. Het gaat om zo’n 800 archeologische sites en een antieke stad.”

Het kruis dat werd teruggevonden in het grascomplex wijst op een Byzantijnse oorsprong.  © AP
Byzantijnse nederzettingen en ruïnes werden wel vaker gevonden in Syrië en staan er bekend als ‘Dode Steden’. Inwoners die zo’n ruïne terugvonden op hun domein hielden het vaak verborgen voor autoriteiten, uit angst dat hun eigendom in beslag zou worden genomen om het als historische site te beschermen.
De ontdekking van een archeologische site doet inwoners van het stadje en omliggende gebieden nu vooral hopen op nieuwe toeristen, nadat de oorlog in het land veel erfgoedsites tot puin heeft herleid. “Vroeger kwamen veel toeristen naar Maraat om de ruïnes te zien”, herinnert Abed Jaafar, inwoner van de stad, zich. “We moeten nu zorg dragen voor het erfgoed en het restaureren. Hopelijk helpt dat om het toerisme en de economie opnieuw op gang te trekken.”